7.10.17

tijd van licht




toen ik mijn fiets op slot zette, begon het te regenen.  de hond scharrelde tussen het riet, er stonden luchtbellen op het water.  in het weiland aan de overkant graasden schapen, een valkje stond stil in de lucht.  er was niemand te zien.

ik dacht aan het afgelopen jaar.  ik dacht aan het huis waar ik was teruggekomen, de overwoekerde tuin vol kastanjes.  ik zou het blad ruimen en de bollen planten.  ik dacht aan alle tijd die voor me lag.

later in de middag kocht ik citroentaart en een boek voor de jongen.  ik zag mezelf in de spiegeling van een winkelruit, mijn haar was lang geworden, ik voelde me licht en sterk.  de klokken sloegen het uur, de zon scheen, het leek wel lente.