10.8.16

tijd van bijna voorbij





ik liep de hortus in.  de zomermiddag warmde wat op, de zon kwam door de wolken.  het rook naar aarde en bladeren, een beetje herfstig al.  het groen ging langzaam op zijn einde.

ik dacht aan de zomer tien jaar terug, toen ik met de kleine jongen op mijn buik in het gras onder de bomen lag.  ik wist nog helemaal van niks, het was pas net begonnen.  ik keek naar de andere moeders op hun kleedjes.  ook in hun ogen schemerde de angst.

het waaide een beetje.  een paar toeristen slenterden langs de vijver.
boven het water hing een libelle roerloos in de lucht.  de dag was loom, en leeg, de zomer bijna voorbij.