18.5.16

tijd van heet zand



ik zat in de trein naar het oosten.  ik kon de warmte op de velden zien.  
we waren laat, een overwegstoring, we stonden een tijdje stil in een veld. 

ik dacht aan het verhaal dat ik zou schrijven.  de brieven lagen op mijn tafel, ik kende haar handschrift uit duizenden.  de inkt, de lettervormen.  als ik mijn ogen dicht deed hoorde ik haar stem in de verte, ik voelde het hete zand waarin we speelden, hoe onze voeten zich een weg baanden.

de trein begon met een schok te rijden. we passeerden een station.
ik was heel dichtbij, ik kon het voelen.