30.11.15

stormtijd




in de coupé was het stil.  ik hoorde de wielen op de rails, af en toe een hoog gieren als de trein een spoorwegovergang passeerde.

ik was moe.  in het diepst van de nacht was ik wakker geschrokken, ademloos, alsof ik gerend had voor mijn leven.  ik probeerde me de droom te herinneren, daarin lag de sleutel, ik zou begrijpen waarom.  maar ik kon de droom alleen nog voelen, ver achter mijn navel.

ik las niet.  ik was mijn telefoon vergeten.  ik deed mijn ogen dicht. ik dacht aan gisteren, ik herinnerde me de dag, en wat we zeiden.  we liepen over de hei, de hond hinkte.  
er was storm voorspeld, maar er bewoog niets.