25.8.13

droomtuintijd




het was vreemd weer, een zweem van onweer in de lucht, zware wolken boven de daken.  even buiten de stad begonnen de polders en leek alles ver weg.  de weilanden waren nog steeds zomergroen, de bermen vol bloemen, op de vliet voeren plezierbootjes.

bij het volkstuinencomplex zette ik mijn fiets weg.  het was open dag, er stonden kraampjes met honing en bloemstukjes en pannenkoeken.  een man in hemdsmouwen met een microfoon in zijn hand riep de namen van prijswinnaars.  de mooiste appels.  de grootste zonnebloemen.  iedereen kende elkaar.
ik liep het pad op om de tuintjes te bekijken, ik voelde plotseling weemoed naar deze geordende wereld van groentebedden en bloemenperkjes.  heel even verlangde ik naar zo’n tuin, een boomgaard met kippen, misschien kon ik hier iets pachten, ik zou elk weekend in het huisje slapen, een hangmat tussen de bomen spannen, de bloemen plukken. 

een vrouw was onkruid aan het wieden.  ze keek op toen ik langsliep.   een mooie zomer, zei ze.  
ik dacht aan mijn kleine tuin in de stad, aan de weg naar mijn werk langs de gracht en de hortus.  het was goed zoals het was.