11.5.13

tijd van de hemel


  
het kind was stil op de weg naar huis.  we keken uit het raam zonder veel te zeggen.  net over de grens werd de lucht plotsklaps zwart, maar het onweer bleef uit, en er stond een regenboog over het dal.

ik had vandaag gezien hoe hij dood & verdriet in de ogen keek.  ik zag hem staan tussen zijn oma en vader; ik zag hoe hij van haar naar hem opkeek om te zien of er tranen waren.  later zat hij stil voor me in de kerkbank en luisterde hoe het orkest “jesus bleibet meine freude” speelde.  af en toe pakte hij het bosje rozen en rook er aan.  af en toe stak hij, zonder om te kijken, zijn handje naar achteren om de wang van zijn vader te aaien.  en ik zag hoe zijn vader dan, heel even maar, met het volle gewicht van zijn verdriet tegen die hand leunde.
een keer draaide hij zich ineens om, hij boog zich heel dicht naar me toe.  hij fluisterde: mama.  jij en ik zijn de enigen die geen afscheid hebben genomen.
bij het graf keek hij hoe de kist zakte.  hij gooide bloemblaadjes naar beneden, en wat aarde. 
het zijn alleen de botten van opa, toch, mama? vroeg hij.
ja, zei ik, het zijn alleen de botten. 

de dag was bijna voorbij.  over de weilanden hingen de wolken bloedrood in de lucht.  het kind bleef maar foto’s maken. 
hij zei: kijk, jouw papa en mama vieren feest.  ze hebben lampionnetjes aangedaan, omdat opa is gekomen.