1.4.13

tijd van opstaan


    
als ik mijn ogen open is het lente geworden.  de tijd is veranderd, het is niet meer het uur dat het gisteren nog was.  de zon komt door de gordijnen heen, in scherpe strepen op vloer & muur.  
de vogels zijn allang begonnen met zingen.  
ik herinner me wat ik droomde, een paar minuten geleden.  het was een afscheid van de winter, van iets van vroeger.  

ik liep op een bospad, naar een dorp waar ik nooit eerder was, waar de mensen een andere taal spraken die ik niet kende maar wel verstond.  ik stond op de drempel van een kerkportaal, ik keek naar binnen, er gebeurden dingen die ik niet begreep, in gebaren die ik nooit eerder zag.
later droomde ik van het kind.  ik opende een boek en wees hem aan: de kerk, het dorp, het bos. ik zei hem: zo was het heel vroeger.

de dag begint.  ergens blaft een hond.  
ik hoor de merel zingen en vanuit de verte komt het antwoord.