18.3.13

tijd van aandacht



    
we zaten allemaal op ons bankje.  handen in de schoot, het werd stil.  iemand ging verzitten, schuifelde nog wat.  iets ritselde.  het werd nog stiller.
ik volgde mijn ademhaling, langzaam in, door mijn neus, vijf tellen, wachten, langzaam uit, weer door de neus, zes tellen.  en nog een keer.  en nog eens.  het werd rustig in mijn hoofd.

toen we klaar waren was het tijd om afscheid te nemen.  acht weken lang hadden we zo een avond bij elkaar gezeten, zonder veel meer te weten dan hoe we heetten.  het samenzijn ontroerde me, en ik was niet tegen mijn ontroering opgewassen, het voelde puur, en ook kwetsbaar.  mijn harnas van spot afgelegd.  ik wilde me niet meer wapenen.

later liep ik terug door de koude avond.  mijn voetstappen klonken alleen in de straat.  ik kon de sterren heel helder zien, de kleine sikkel van de maan.  de grote beer hing recht boven mijn huis.