19.2.13

gelezen tijd

   

de boeken staan allemaal op dezelfde plek en het ruikt ook nog hetzelfde.
ik herinner me elk ritueel.  ik herken de gezichten als ik de leeszaal binnenkom.  gisteravond gingen mijn voeten bijna vanzelf het rondje dat ik iedere avond liep.

een kleine vlek op de kaart, dit oude stadje dat ooit aan de uiterste grens lag en toen middenin het land.  een navel van mijn wereld. 
drie keer kwam ik mijzelf er voor de eerste keer tegen.  hier vond ik de stilte en spanning van het speuren naar vroeger.  hier vond ik de beschutting in die vreemde gemeenschap van lezers en schrijvers.  hier vond ik de vader van mijn kind.

ik zit in de leeszaal.  mijn handen over de toetsen, een potlood in mijn haar, de boeken krakend in hun band.  de sporen van toen: in bruingeworden inkt een naam, in de kantlijn een vinnig vingertje als uitroepteken.  tussen de bladzijden ritselt nog wat zand.
als ik de bibliotheek uitkom, is de buitenwereld wit geworden.