31.1.13

tijd van oud papier


   
ik droomde van de antiquaar.  hij stond voor mijn kast en trok met zijn vinger de ruggen langs – die niet, die wel, dat is mooi, waarom deze?  ik keek met hem mee en bij elk boek wist ik weer hoe het toen rook, ik hoorde de geluiden weer en zag de plek en voelde hoe ik me had gevoeld.  papieren herinneringskoekjes.

het was al meer dan tien jaar geleden dat ik de kasten had uitgeruimd.  ik dacht toen dat mijn leven zich zou verleggen naar de andere kant van de wereld, waar ik eindelijk zou kunnen worden wie ik was.  ik zou er bestaan zonder de last van ingeprente woorden, van stof en vaststaand feit. 
in alle boeken stond mijn stempeltje, een soort prehistorisch beestje, ik had het zelf getekend en mijn oudste vriend had het in rubber gegoten.  ik maakte twee hoge stapels middenin de kamer.  er kwamen twee kopers: een echte handelaar en de lieve ex-junk van het boekwinkeltje op de hoek, waar ik zo vaak koffie dronk en een keer verschrikkelijk moest huilen.  toen was er een agressieve man binnengekomen, die vloekte en tekeerging en wiens boosheid me op een vreemde manier diep raakte.  ik verstopte me achter de boekenkasten tot hij weg was.

nu is het opnieuw tijd om de planken af te gaan.  maandag komt de antiquaar.  ik kijk om me heen en zie: die wel, die niet, dat is mooi, misschien deze.  het is moeilijk om het hart licht te houden, om te weten dat de woorden & beelden niet verdwijnen als het boek het huis verlaat.  
ik sleepte het ooit naar binnen, natuurlijk, bij wijze van dagelijks gereedschap, bij wijze van bruikbaar & nodig – maar vooral omdat het bouwen van een nest, het vullen van mijn winterhol me zo veilig liet voelen.  nu stap ik over mijn drempel en komt het papier op me af, het verstikt mijn hoofd en slaat mijn zinnen stom.  het hoge woord moet eruit.