5.9.17

tijd van de laatste week




de dagen gaan steeds sneller, het schemert als ik naar huis loop, de lucht voelt koud.  vanmiddag zag ik gevallen blad in het gras voor de bibliotheek.

de zomer is zomaar voorbij gegaan.  zoveel beelden en woorden in mijn hoofd.  alles lijkt heel ver weg, alsof ik vanaf de verkeerde kant door de verrekijker kijk.  ik denk aan de jongen en zijn vader, de hete dagen in het zwembad.  ik denk aan de hangmat, het boek dat ik las, de geluiden van de tuin, spaghetti op een stil dorpsplein.  ik denk aan de hotels waar ik sliep, alleen, aan alles wat ik heb gezien, de straten, het landschap vanuit de trein, de schilderijen. 
aan de slagregens. de overstroming.

de zomer is voorbij.  in de leeszaal zijn de lichten aan, ik herken geen mensen meer.  het wordt tijd om naar huis te gaan.  als ik mijn ogen dicht doe, voel ik de jongen, ligt mijn hand op de kop van de hond.