5.1.17

wiener zeit



ik bestelde warme chocolademelk.  het koffiehuis was vol, mensen lazen kranten of praatten met elkaar, er klonk geen muziek. 

ik dacht aan de afgelopen drie dagen.  ik had zoveel gezien, berijpte bomen, gebouwen en schilderijen, boekhandels.  een bedelaar met blote voeten voor een winkel vol bontjassen, sneeuwvlokken. 

over een paar uur ging mijn vliegtuig.  in de aankomsthal zou ik tegen beter weten kijken of hij er stond.  daarna zou ik in de trein stappen, thuiskomen, de kachel aanzetten.